Hoe verandert het huurbeleid per 1 juli 2016? 09-02-2016
Op 1 juli 2016 geldt nog de inkomensafhankelijke huurverhoging, de huursombenadering wordt op 1 januari 2017 ingevoerd. Er komt een jaarlijkse inkomenstoets en meer ruimte voor tijdelijke huurcontracten. Dat zijn de belangrijkste punten uit de Wet Doorstroming Huurmarkt die de Tweede Kamer op 9 februari aannam. Dinsdag 16 februari wordt besloten wanneer de Eerste kamer de wet gaat behandelen. Aedes heeft de EK per brief gevraagd om dat zo snel mogelijk te doen.
Hoe verandert het huurbeleid precies als de Eerste Kamer de wet aanneemt? Download hier het overzicht met alle wijzigingen, bedragen en percentages.
Huurstijging per 1 juli
Invoering van de huursombenadering in 2017 betekent dat op 1 juli 2016 nog de inkomensafhankelijke huurverhoging geldt. Vanaf 1 juli 2016 geldt een gemiddelde maximale huurstijging van 1 procent voor inkomens tot 34.000 euro, zoals minister Blok eerder in een brief aan de Tweede Kamer aankondigde. In de berekening van de huursom per 2017 worden de huurverhogingen bij nieuwe bewoners (mutatie) meegenomen, met uitzondering van de huuraanpassingen als gevolg van woningverbetering of renovatie.
Jaarlijkse inkomenstoets
Er komt vanaf 2017 een jaarlijkse inkomenstoets. Huishoudens met een inkomen boven 39.000 euro kunnen een extra huurverhoging krijgen van maximaal inflatie plus 4 procent. Gepensioneerden en grotere gezinnen vanaf vier personen zijn hiervan uitgezonderd.
Uitspraak Raad van State
In het debat op 4 februari vroegen veel Kamerleden naar de uitspraak van de Raad van State over het verstrekken van inkomensgegevens door de Belastingdienst. Minister Blok heeft de expliciete opdracht aan de Belastingdienst daarvoor nu opgenomen in het wetsvoorstel. Hij acht de kans klein dat huurders de inkomensafhankelijke huurverhogingen van de afgelopen jaren kunnen terugkrijgen, omdat het bij de uitspraak om privacy gaat en er geen sprake is van financiële schade.
Tijdelijke contracten
Voor de tijdelijke huurcontracten wordt de maximaal mogelijke termijn twee jaar. Corporaties mogen deze tijdelijke contracten aanbieden aan verschillende doelgroepen, die de minister bepaalt. De Kamer denkt hierbij aan huurders die tijdelijk in Nederland wonen vanwege werk of studie, huurders in de noodopvang of huurders die in verband met renovatie hun woning tijdelijk moeten verlaten. Huurders met zo’n tijdelijk contract behouden hun inschrijfduur. Verhuurders moeten bij contracten van maximaal één jaar huurders drie tot uiterlijk één maand voor de afloop van de huurtermijn laten weten dat het contract afloopt. Doen zij dit niet, dan ontstaat een contract voor onbepaalde tijd